De luchtvaart mag doorgroeien en de eisen van het kabinet zijn niet streng

Veel Nederlanders zijn klaar met de steeds maar groeiende luchtvaart. 49 procent van hen is nu voor krimp van het vliegverkeer, twee keer zoveel als een jaar geleden. Slechts 14 procent vindt nog steeds dat het aantal vluchten wél moet kunnen stijgen tot boven het niveau van voor de coronacrisis. Deze cijfers komen uit een enquête die bureau Motivaction in augustus uitvoerde. Dat deed het in opdracht van minister Cora van Nieuwenhuizen (infrastructuur). Maar die trekt zich van de uitkomsten weinig aan.

Dat blijkt uit haar Luchtvaartnota, waarmee het kabinet vrijdag instemde. Als de luchtvaart na de crisis weer gaat groeien – dat is lastig te voorspellen – wil de minister daar ruimte voor geven. Precies zoals ze zich had voorgenomen in de ontwerpnota van mei jongstleden.

De luchtvaart moet haar groei verdienen

Het uitgangspunt van de minister is dat de luchtvaart groei moet verdienen: eerst de geluidshinder en de milieuschade omlaag, pas daarna groeien. Maar haar eisen zijn niet streng. De CO2-uitstoot, moet in 2050 zijn gehalveerd ten opzichte van het niveau van 2005. Dat was een topjaar voor de luchtvaart en daarom is dat geen al te ambitieuze doelstelling – veel minder ambitieus althans dan de klimaatdoelen voor de meeste andere sectoren, want die gaan uit van 1990 als peiljaar.

De luchtvaartsector is er tevreden over. Belangrijk voor Schiphol en KLM is ook dat de minister de strategie van die twee volledig onderschrijft. Schiphol moet een ‘hub’ blijven, een plek waar passagiers vanaf andere luchthavens naar toe komen om op vliegtuigen met bestemmingen verder weg over te stappen. Alleen zo kan Schiphol zijn grote netwerk in stand houden, en dat is belangrijk voor de economie.

KLM liet al weten ‘verheugd’ te zijn over het langetermijnperspectief dat Van Nieuwenhuizen schetst. Op één punt na. Volgens de nota moet het aantal nachtvluchten op Schiphol omlaag van 32.000 naar 25.000 en die vluchten mogen niet worden verschoven naar de late avond of de vroege ochtend. Dat gaat ons veel geld kosten, waarschuwde KLM, terwijl bewonersorganisaties erop wijzen dat die reductie voortvloeit uit afspraken van jaren geleden.

Waar is de hamvraag: hoeveel luchtvaart heeft Nederland nodig?

De kritiek op de Luchtvaartnota klinkt intussen hetzelfde als in mei, op de ontwerpnota: die is visieloos. De minister morrelt aan normen over geluid en uitstoot, zeggen de critici, maar de vraag die eronder ligt, komt niet aan de orde. Die luidt: hoeveel luchtvaart heeft Nederland  nodig? Moet de luchtvaart wel groeien?

Op die ontwerpnota kreeg Van Nieuwenhuizen 434 ‘zienswijzen’ binnen, commentaren van betrokkenen. Daaruit sprak veel ongenoegen over de overlast door de luchtvaart. Alleen al het ongewoon grote aantal van die zienswijzen – van provincies en gemeenten, bewoners- en milieuorganisaties – is een aanwijzing dat de weerstand groeit.

De minister liet zich ook hier weinig aan gelegen liggen. “De zienswijzen leiden niet een wijziging van de Luchtvaartnota”, is het meest voorkomende zinnetje in de 204 bladzijden waarin zij de commentaren behandelt. Tot de door critici zo gewenste visie op de luchtvaart liet zij zich al helemaal niet verleiden.

Tekenend is misschien ook de ‘Actieagenda Trein en Luchtvaart’ die Van Nieuwenhuizen eveneens vrijdag openbaar maakte, met plannen om de trein aantrekkelijker te maken als alternatief voor vliegreizen naar zes steden: Brussel, Parijs, Londen, Frankfurt, Düsseldorf en Berlijn. Als iedereen die nu naar die steden vliegt voortaan de trein neemt, scheelt dat 14 procent van de vluchten vanaf Schiphol. Toch staan er nauwelijks concrete plannen in de actieagenda. Op Twitter heette het al: “Laat dat woord ‘actie’ maar weg.”